Column LCR-voorzitter Gerrit van der Meer: Schuld(ig)

 

Gerrit van der Meer, voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad, schrijft elke maand een column waarin hij reflecteert op actuele gebeurtenissen. Deze maand richt hij zich op de schuldhulpverlening. Daarbinnen gaat veel mis en dat erkent ook de overheid. Er moet iets gebeuren. Sterker nog: er gaat wat gebeuren. Er wordt een ondersteuningsprogramma Schuldhulp opgezet. Klik hier voor: eerdere columns.

‘Stille armoede’. Veel politici, bestuurders en beleidsmakers gebruiken die term om aan te geven dat in Nederland veel mensen te weinig geld hebben om rond te kunnen komen. Dat zijn meer mensen dan je op het eerste gezicht zou denken, omdat niemand met zijn eigen armoede te koop loopt. Mensen schamen zich voor hun armoede. Ze schermen zich daarom af van de mensen om hen heen.

Schulden gaan vaak hand in hand met armoede. Het heeft een soort sneeuwbaleffect. Een vordering van bij voorbeeld de Belastingdienst kan niet worden betaald, en daardoor wordt een boete opgelegd. Dan wordt betalen alleen nog maar moeilijker en andere rekeningen, zoals huur en zorgverzekering, blijven onbetaald liggen. Ook daarop volgen weer boetes of extra incassokosten: de sneeuwbal vol schulden is niet meer te hanteren. De man of vrouw komt, in het politieke vakjargon, in de problematische schulden terecht. En ja, dat leidt vaak tot de conclusie: eigen schuld. Je bent dan schuldig aan wanbetaling. Dat stempel maakt het nog moelijker om hulp te vragen. Dat overkomt mensen die toch al een heel laag inkomen of uitkering hebben. Het gebeurt óók met mensen met een modaal of zelfs hoog inkomen, als de hypotheeklasten niet meer kunnen worden betaald na bij voorbeeld het overlijden van een partner, een echtscheiding of verlies van een baan.

 Breng je wel de moed op om te melden dat je hulp nodig hebt, dan is het nog lang niet zeker dat je ook de (goede) hulp krijgt. Als je (als uitkeringsgerechtigde) een maatregel hebt gehad, kom je in de meeste gemeenten niet in aanmerking voor schuldhulpverlening. En, heel vreemd, als je niet voldoende zelfredzaam bent, wordt je de toegang tot schuldhulpverlening ook ontzegd. Wat erop neerkomt dat je het stempel ‘hopeloos geval’ krijgt opgeplakt. Met dat stempel naar buiten komen, dat wil je niet.

De kwaliteit van schuldhulpverlening is ook zeker niet gegarandeerd. Wie dat wil, kan zichzelf eenvoudig tot schuldhulpverlener benoemen. Kortom: de schuldhulp­verlening moet dringend geprofessionaliseerd worden. Wat zeker niet betekent dat vrijwilligers er geen rol meer in kunnen spelen, want er zijn gelukkig veel vrijwilligers met een professionele kwaliteit.

 

De LCR gaat – met financiering door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – samen met Divosa, Sociaal Werk Nederland en de NVVK (Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren) een Ondersteunings­programma Schuldhulp opzetten. De startbijeenkomst was op woensdag 22 februari in Schiedam. Staatssecretaris Jetta Klijnsma was erbij om te melden dat ze dit programma van harte ondersteunt. Ze vertelde zelf over één van de schrijnende situaties die op de bijeenkomst te horen waren.

Een aantal mensen gaat nu hard aan de slag. Allemaal gericht op mensen die tot over hun oren in de financiële problemen zitten en daar niet of moeilijk op eigen kracht uit kunnen komen. We moeten er met z’n allen echt wat aan doen om dat te doorbreken. Door de hulp beter te maken én door de stilte te doorbreken.